Behandeling schildklierkatten

Er zijn vier manieren om een schildklierkat te behandelen, waarvan de behandeling met radioactief jodium wereldwijd als beste therapie wordt gezien. In overleg met uw dierenarts wordt de meest geschikte behandeling voor uw kat en uw situatie gekozen.

Medicijnen

Medicijnen remmen de afgifte van het schildklierhormoon. Voorbeelden van medicijnen tegen hyperthyreoïdie zijn onder andere Thiafeline, Felimazole en Carbimazol. Groot nadeel van medicatie tegen schildklierproblemen is dat de medicatie levenslang aan de kat moet worden gegeven. De dosering kan erg verschillen, dus het instellen van de juiste dosis voor de beste behandeling is niet altijd makkelijk.

Oorzalf
Bovendien is het niet bij elke kat even gemakkelijk om medicijnen in de bek in te geven. Voor deze katten bestaat er een behandeling met een oorzalf. Deze zalf moet voor katten speciaal op recept worden gemaakt en is niet eenvoudig te verkrijgen. Bij het aanbrengen van de zalf in het oor van uw kat moet u handschoenen dragen. Net als tabletten zal de oorzalf levenslang gegeven moeten worden.

Naast het levenslang geven van medicijnen is regelmatig bloedonderzoek bij uw kat nodig. Bij een aantal katten kunnen namelijk bijwerkingen optreden, zoals jeuk, braken, sloomheid en een verminderde aanmaak van bloedcellen (beenmergsuppressie). Op korte termijn is de behandeling met medicatie goedkoper, maar vaak niet op lange termijn.

Voeding

In sommige gevallen is het mogelijk de overproductie van schildklierhormonen bij schildklierkatten te remmen met voeding van Hill’s, genaamd Hill’s y/d kattenvoeding. Helaas is dit voer niet in alle gevallen effectief omdat dit strikt gegeven moet worden. Net als medicatie moet de voeding levenslang worden gegeven. Bovendien mag de kat absoluut niets anders eten dan deze voeding, zoals muizen (prooidieren), kattensnacks, etc.

Operatie

Bij een operatie van een schildklierkat wordt de afwijkende schildklier(en) verwijderd. Bij deze operatie mogen de dichtbij gelegen bijschildklieren niet worden beschadigd of verwijderd, want dit kan (levensbedreigend) calciumtekort geven. Het sparen van de bijschildklieren bij de operatie kan erg lastig zijn, dit komt omdat een bijschildklier vaak nauwelijks zichtbaar is. Soms is er ectopisch schildklierweefsel aanwezig, waardoor een operatie niet mogelijk is. Ectopisch schildklierweefsel is een stukje schildklier dat op een abnormale plek in het lichaam van de kat aanwezig is, vaak in de borstholte. Het is niet mogelijk een ectopische schildklier door middel van een operatie te verwijderen.

Het verwijderen van de schildklier door operatie is effectief, maar heeft meerdere nadelen.

Schildklierkatten zijn soms in zo'n slechte conditie dat een narcose voor de operatie te risicovol is. Daarnaast is het afwijkende weefsel niet volledig te verwijderen.

Bovendien kunnen katten met schildklierproblemen ook hartproblemen hebben die het narcoserisico vergroten.

Ectopisch - Lingehoeve Diergeneeskunde
Ectopisch

Bilateraal - Lingehoeve Diergeneeskunde
Bilateraal

Unilateraal - Lingehoeve Diergeneeskunde
Unilateraal

Radioactief jodium

Bij de behandeling van een schildklier kat met radioactief jodium (I-131) wordt een eenmalige injectie gegeven. Deze stof is radioactief en wordt in de schildklier omgezet naar de normale vorm. Hierbij komt straling vrij. De straling blijft beperkt tot de schildklier en zal in de schildklier de overactieve cellen van de schildkliertumor die de hyperthyreoïdie veroorzaken vernietigen. Zo kunnen wij alleen de schildklier van de kat bestralen en niet andere lichaamsdelen. Het deel dat niet door de schildklier wordt opgenomen zal via de urine en ontlasting het lichaam van de kat verlaten.

De behandeling heeft 93% kans van slagen. Ook het ectopische schildklierweefsel (vaak in de borstholte) wordt door de behandeling aangepakt. Omdat bij deze behandeling van schildklierkatten met radioactief jodium wordt gewerkt, is het volgens de wet verplicht om de kat gedurende een bepaalde tijd in een speciale opnameruimte te houden. Op dit moment is volgens de wet een opname van zes dagen noodzakelijk (dinsdag t/m maandag). Lingehoeve Diergeneeskunde is de enige dierenkliniek in Nederland die schildklierproblemen bij de kat behandelt met radioactief jodium.

Voor een behandeling van hyperthyreoïdie met radioactief jodium is het belangrijk om te weten of een schildklier echt overactief is én waar dat schildklierweefsel zich bevindt. Door het inspuiten van een radioactieve stof (technetium) worden de overactieve cellen van de schildkliertumor zichtbaar gemaakt met behulp van een schildklierscan. Zo weten wij precies waar het overactieve weefsel zit in de kat.

Behandeling schildklierkat Lingehoeve Diergeneeskunde
Behandeling schildklierkat met radioactief jodium (I-131)

De behandeling van dag tot dag

Dag 1 - Schildklierscan + radioactief jodium
De eerste dag van de therapie wordt een schildklierscan gemaakt, ook wel scintigrafie genoemd. Daardoor kunnen wij via een gammacamera zien waar het actieve schildklierweefsel zit. Aan de hand van deze schildklierscan kunnen wij beoordelen of er sprake is van een kat met hyperthyreoïdie en welke hoeveelheid radioactief jodium gegeven moet worden. Eventuele aanvullende onderzoeken kunnen dan in overleg met u worden gedaan.

Op dezelfde dag krijgt de kat een éénmalige injectie met radioactief jodium. Dit zorgt ervoor dat de schildklier minder snel gaat werken en de hoeveelheid schildklierhormonen zullen afnemen: de hyperthyreoïdie verdwijnt.

Dag 2 t/m 6 - Bloedonderzoek schildklier, nieren en bloeddruk
Van dinsdag tot en met maandag verblijven de schildklierkatten in de speciale opname in verband met straling. Op vrijdag wordt middels bloedonderzoek de nierfunctie (SDMA/Ureum/Creat) en schildklier waarde (T4) gecontroleerd. Ook wordt de bloeddruk van de kat gemeten om te kijken naar een te hoge bloeddruk. Dit komt vaak voor bij katten met hyperthyreoïdie.

Dag 7 - Kat naar huis!
Op dag 7 zit het hele behandelingstraject van uw kat met radioactief jodium erop en mag de kat weer lekker mee naar huis!

/